Wat is er afgelopen week gebeurd
Afgelopen week hebben we tussen de buitjes door onze klimmende bonen gezaaid, stoksnijboon ‘Helda’ en stokpronkboon ‘Lady Di’. Ook hebben we een heel bed met sojabonen gezaaid. Allemaal productieve gewassen die met de juiste aandacht en omstandigheden een prachtige oogst kunnen opleveren. Daarnaast zijn we aan de slag gegaan met het dieven van de aubergineplanten, is er flink gewied en hebben we alvast nieuwe bedden gemaakt voor de aankomende nieuwe teelten. Ook zijn er heel wat aardbeien geplukt, de eerste courgettes zijn mee naar huis gegaan en is er veel sla geoogst.
Het inluiden van de zomer betekent ook dat de onkruiddruk en ziekte/plaagdruk onvermijdelijk gaan toenemen. Dat betekent dat we echt hands-on aan de slag moeten blijven in de moestuin. Zoals we in het voorjaar een waterregime hadden, zullen we nu aan een wiedregime moeten beginnen… Waarom is dat belangrijk? Minder onkruid betekent meer groeiruimte en meer voeding voor onze gewassen, maar bijvoorbeeld ook een verminderde ziektedruk omdat gewassen sneller kunnen opdrogen. Wieden draagt dus bij aan een grote(re) oogst! Heb je een extra uurtje over? Neem dan een emmer ter hand en ga wieden. Of ga lekker oefenen met de schoffel!
Wat gaan we deze week doen
Deze week kunnen we even goed kijken naar de bladkolen die we naast het rijtje doperwten hebben gezaaid. Zijn ze goed ontkiemd? Zijn ze al groot genoeg om verplant te worden? En is het verstandig om ze in deze hoge temperaturen te verplanten? Soms moet je als tuinder goed observeren en dan de planning er naast houden. Waarschijnlijk moeten we even wachten met het verplanten van de bladkolen maar dat is prima zolang dat in het belang van de bladkooltjes is. Daarnaast hebben we met een wat rustigere plant- en zaaiplanning meer tijd om onze planten te verzorgen en de tuin onkruidvrij te houden.
Week 24 | Wat | ||||
Planten | bladkolen 3 soorten (verplanten) | ||||
Zaaien | – | ||||
Oogsten | snijbiet, slamix, pluksla, ijssla, stengelui, sjalotten, meiraapjes, spitskool, bieten (dunnend), courgette, venkel, peultjes, aardbeien, div. kruiden |
In de kennisbank bij plantinformatie vind je uitgebreide informatie over de groenten die we dit jaar telen.
Van kiempje tot plant
We beginnen bij de plant als zaad. Als het zaad ontkiemt, komt er uit het zaadje eerst een worteltje snel gevolgd door twee kiemblaadjes. De energie en benodigdheden voor deze eerste stappen zitten al in het zaadje. Hierna staat het plantje er alleen voor. Met nog maar een kleine wortel en kiemblaadjes is het plantje in de meest kwetsbare fase van zijn leven. In het geval van onkruid is dit hét moment om te schoffelen. Het wortelgestel ontwikkelt zich. Het gaat dieper de grond in en verkleint het risico op uitdroging. De dikke wortels verankeren de plant en de dunne haarfijne wortels nemen water en voedingsstoffen op. Via de wortels gaat de plant zijn interactie aan met het bodemleven. De plant biedt suikers aan via zijn wortels en stimuleert daarmee micro-organismen en schimmels om voedingsstoffen beschikbaar te maken. De plant groeit verder en door de stengel stromen de sappen naar alle delen van de plant. Aan de stengel zitten knoppen vaak in de oksels en aan het eindpunt, vanuit hier groeit de plant verder. Met meer blad wordt ook meer zonlicht in energie omgezet. Door middel van huidmondjes ademt de plant. Het kan zijn temperatuur enigszins beheren door te zweten. Als de plant meer vocht verdampt dan het kan opnemen, stopt dit proces. Met het komen van de bloemen komt de plant in de pubertijd, het wordt geslachtsrijp en kan zich voortplanten.
Lees in de reader meer over de ontwikkelcyclus van de plant en waarom we raapstelen eten in het voor- en najaar en tomaten in de zomer.
2.1.4 Stengel en blad (vegetatieve groei)
2.1.5 Bloem (generatieve groei)
Spruitjes
Onlangs hebben we spuitjes geplant. Deze week kunnen we kijken of de planten goed zijn aangeslagen en voldoende ruimte hebben om te groeien. De spruitkool komt uit de brassica familie en is nauw verwant aan andere groenten zoals kool, bloemkool, broccoli en romanesco. In het Engels heten ze ‘Brussels sprouts’ omdat ze waarschijnlijk het eerst (rond de 13e eeuw) in de regio Brussel in België werden gekweekt. Voordat deze planten volgroeid zijn kan afhankelijk van het weer wel 120 tot 180 dagen duren! Spruiten worden meestal gezien als echte winterse kost omdat de planten goed in koudere temperaturen kunnen groeien.