De kunst van het kijken
Dirks Moestuin – een moestuin voor iedereen
Ken je dat gevoel, toen je als klein kind aan het wachten tot je eindelijk jarig was? De slapeloze nachten vooraf, de voorpret, die spanning, de nieuwsgierigheid of je de gevraagde cadeautjes zou krijgen? Datzelfde gevoel had ik toen de musea weer open gingen. Raar, vond ik zelf ook, want zo’n museumfanaat ben ik niet. Maar online was ik het werk van kunstenaar Marius van Dokkum tegengekomen en ik kon niet wachten om er op uit te gaan en inspiratie op te doen voor mijn schrijfproces.
Sowieso vind ik het knap dat iemand zonder fototoestel een beeld kan creëren, maar Van Dokkum gebruikt naast een scherp penseel ook humor in zijn werk. Zijn hangjongeren zijn bijvoorbeeld bejaard. Beetje dreigen met een wandelstok, hangend op een rollator, sigaar rokend en bier drinkend op een oude Zundapp brommer. Daarnaast zou hij, werkend aan zijn volgende schilderij, soms ook zelf aanwezig zijn in het museum. Wanneer wist ik niet. Op naar Harderwijk, met een tijdslot, op zoek naar Van Dokkum.
Groente- en fruitafbeeldingen in de schilderkunst worden meestal aangeduid met de term ‘super saai’. In ieder geval bij mij. Deze stillevens, hoe mooi en rembrandtesk ook geschilderd, vind ik juist levenloos en verhogen bij mij alleen het enthousiasme om mijn oogjes te sluiten en een lekker tukkie te gaan doen.
Niets van dit alles bij Van Dokkum. Zo heeft hij in zijn perenserie de vruchten het leven gegeven. Soms lijken het vogels die een nestje hebben gemaakt, soms zijn het net mensen wanneer die net als Rembrandts Anatomische les, over een opengesneden peer staan gebogen.
In onze moestuin hebben we geen normale peren maar aardperen. Het is donderdagavond en ik ga onkruid wieden. Ik start bij de aardperen. De knol van deze al meer dan 2 meter hoge plant moet een beetje zoet, notig en naar artisjok smaken. In de zomer vaak voorzien van gele bloemen. De officiële naam: zonnebloemartisjok. Ik kijk er naar uit om ze te kunnen proeven, maar zal ik nog even geduld moeten oefenen. Pas in november zal er geoogst worden.
Bij de snijbonen verwacht ik snel klaar te zijn met wieden, maar het duurt even voordat ik überhaupt kan vaststellen wat nu precies het onkruid is. Soms planten we namelijk meer dan één groente in een bed. Het laatste wat ik wil, is het kind met het badwater weggooien.
Het snijbonenbed met links de aardperen
Afgelopen zaterdag was er ook een verschil tussen mijn verwachtingen en de realiteit. We gingen uit eten en om onze stevige trek te temperen, vroeg ik de ober of we wat brood en aioli vooraf konden krijgen. “Oh,” zei de ober, “maar jullie krijgen ook nog een amuse van het huis!”
Prima. We zijn altijd in voor een verrassing. Toen werd onze amuse geserveerd: een ieniemienie stukje asperge, met een toefje oranje smurrie en een paars bloemetje op een bedje van een cassavechipje, op een bedje van zwartgeblakerde rijst. Bijna waren we in lachen uitgebarsten, maar we konden ons nog net beheersen. Het was een waar kunststukje voor het oog, maar betekenisloos voor onze maag.
Ondertussen ben ik er uit bij de snijbonen en pak ik de schoffel. De kunst van het wieden zit voornamelijk in een rechte rug en soepele bewegingen, hoor ik van onze ervaren Tuinder Merijn. Voor een gelijke belasting van de armspieren, regelmatige wisselen welke hand je voor houdt. En door geregeld te wieden blijft het onkruid behapbaar. Het wortelonkruid – alles met een worteldikte van een bic pen – haal ik van het bed, net als het onkruid wat al in bloem staat. De rest zal op het bed verdrogen door de warmte.
Geïnspireerd om nieuwe dingen te proberen, kom ik terug uit Harderwijk. Ondanks dat Marius wel tegen me praatte, via zijn audiotour, was hij zelf helaas niet aanwezig. Zijn schilderijen moesten voor hem waarnemen en dat deden ze geweldig.
De mooiste kunstwerken vind ik terug in de natuur. In de moestuin zijn prachtige composities te bewonderen. Zo zijn de kale bloembedden, van een paar weken geleden, al volop in bloei.
Of wat dacht je van de amuse creatie op de coverfoto? Zongegrilde courgettes, onder een dakje van groene bladeren, gegarneerd met een smaakvol bouquet van ‘toekan-bloemen’ en een paars-wit viooltje, op een bedje van biologische houtsnippers.
Fotograaf: Kristel
Kunstenaar: onbekend
Bloembed met (tuin)slang – Stadstuin Zuilen
Over Dirk
Dirk Krijgsman is een freelance schrijver en blogt voor de Tuinders over zijn nieuwste hobby: moestuinieren. Hij woont in Breukelen samen met zijn vriendin en drie kinderen. Met zijn band 22AD is hij bezig om een eerste album op te nemen. Tot voor kort was Dirk met enige regelmaat met zijn racemotor op het circuit in Assen te vinden. Inmiddels heeft hij zijn motor voor een golfsurfboard ingeruild en kom je hem minimaal één keer per week tegen in de branding bij Scheveningen.